DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


PROCESSTUKKEN

Entree    Documenten    Processtukken    Scherp verhoor


Scherp examen Frans Boumans 30 juni 1773, recollectie 1 juli 1773
Rijckheyt Heerlen • Schepenbank Heerlen 1168

© Maaike van Eekelen


Personeele Responderinge
onder Scherper examen
.........Ter instantie van den
Wel Ed. Gestr Heer en mr.
J.G. Farjon Lt HoogDrossaard
dezes Lands nom. off. Informant
..........Gedaan door
Frans Boumans Gedetineerde
op den Landshuijze van Valkenborg
en beklaagde

 Woensdag den 30 junij 1773

Is van wegens d'heer Lt HoogDrossard dezes Lands gesisteert den voormelten gedetineerde Frans Boumans. En naar dat den selven op het serieuste was aangemaant om de waarheijd te bekennen, heeft den selven bij sijne ontkentenisse blijven persisteeren. Is vervolgens gepronuntieert het vonnis van scherper examen en al nog halstarrig blijvende is den selven naar voorgaande territie aan den scherpregter overgelevert en gebonden op het stoeltje van torture,
heeft verklaard
Art.1
Pligtig en handadig te zijn aan de huijsbraken en diefstallen bij Ritzen in het Panhuijs tot Wijnandsrade, tot Heungen bij Millen ter zijden van Gangelt, item an eenen diefstal gecommitteert ontrent 4 à vijf jaren aan geene zijde de Maas bij eenen coopman.
 Edog geene verdere diefstallen willende ontdekken zijn aan hem de duijmschruijven geappliceert,
waarna bekende pligtig te zijn aan den diefstal gepleegt bij Martinus Schröders aan de Hand. Waar na sijn behoef willende doen van het  stoeltje afgenomen zijnde flauw geworden is en op stroij is worden gelegt
en ondervraagt zijnde
Art. 2
Verklaard niet geassisteert te hebben bij den diefstal gecommitteert bij Walraven in de Maasband.
  Martinus Schröders
Art. 3
Verklaard zoo als voor pligtig en handdadig te zijn aan de huijsbrake en diefstal begaan bij Martinus Schröders aan de hand.
Waarbij geasisteert hebben
den vilder van de Schrijversheijde,
Matt en Manus Senge
Lintje Speerts
Bernard Kempenaer
Jacobus Ritzen
Dirk uijt het straatje
Matthijs van de Berg
den Kreijt
Manus uijt de Ganseweijde
Steijn Hens
Houben Hens
het Root Henske van Caumer
het Helmuske uijt de Ganseweijde
Willem Vromen sone van Matt Vromen
Claes aan de Kook
Johan Benders uijt de Ganseweijde
Willem Hertog.
Van welken diefstal hij het eerste is geadverteert door den voorn. vilder en Kreijte Lintje. Hebbende zij nagt dieven van de heijde hun versamelt in de Hogt bij den vilder en over Heerle gegaan zijnde, segt hij gedetineerde, den weg genomen hebbende naar de Linden op. Waar nog bij gekomen is
der Zijb of Horrebedor
Andrieske
het Swart Peterke
het Meijerke
Casper Hertog
den Glaser.
En voort gegaan sijnde den weg naar de hand, waarbij overweg nog verscheijde vremde nagtdieven bij quamen, waar van had gehoort dat den Chirurgijn Kerkhof van 's-Hertogenrade mede daar bij was, en aldaar gekomen zijnde op schiltwagt wierde gestelt door den vilder en Jacobus Ritzen in verre distantie van het huijs van Schroders af.
Dat hij gedetineerde gehoord heeft dat zij de deur met geweld hadden opgebroken en in huijs geraakt zijnde de daar in bevindende persoonen gebonden, geslagen en van alle vind- en draagbare goederen berooft hebben. Wanneer zij complicen naar gecommitteerden diefstal de vlugt hebben moeten nemen alzoo te Berg op de klok geslagen wierde.
Uijt welken diefstal hij gedetineerde voor zijn aandeel van den vilder Nicolaes daags daar aan volgende ontfangen heeft drie schellings.
Bij welke gelegenheijd hij gedetineerde gewapent is geweest met eenen stok en de andere complice met stokken en schietgeweer.
 Henricus Ritzen
Art. 4
Bekend den gedetineerde zoo als voor mede gecoopereert en handdadig geweest te zijn bij den diefstal begaan bij Henr. Ritzen tot Wijnantsrode in het Panhuijs.
Waarbij mede geassisteert hebben alle de persoonen van de Schrijvers heijde en Ganse weijde bij voorigen diefstal genoemt, als mede alle de andere hier vooren genoemt, uijtgenomen Willem Hertog, en een grote meenigte vreemde die hij segt niet gekend te hebben.
Waarvan hij gedetineerde het eerste is geadverteert geworden door den vilder en Lintje Kreijt. En hun versamelt hebben aan de Schrijvers heijde bij den vilder, waarvan gegaan zijnde tot Wijnantsrade aan het Panhuijs voornoemt. Onder wegen ontrent Brommelen zig nog bij hun vervoegde een groote troep vreemde complicen, waarvan hij gedetineerde segt geene gekend te hebben. Zijnde den gedetineerde gewapent met eenen stok en de overige met stokken en schietgeweer.
En hij gedetineerde aldaer op schiltwagt is worden geset aan het vouweren een scheut wegs van het huijs af door den vilder. Ten tijde de andere complice de deuren van het huijs forcheerde, dus doende daar in geraakte, naar dat alvoorens over en weder eenige scheuten gebeurde, en de menschen die in het huijs waeren deerlig geslagen en geknevelt hebben, soo als ook  van alle vind- en draagbare goederen uijt den huijze gestoolen en gerooft hebben en naar verblijf van een geruijmen tijd vertrokken en weggegaan zijn.
Van welken diefstal hij gedetineerde uijt handen van Nicolaes den vilder daags daar naar gekregen heeft elf stuijver.
Adendo segt van andere gehoort te hebben dat eenen der Spaanse metgesellen van .. door den hospes aldaar was dood geschoten en in Wijnantsrader Bos begraven.

Art. 5
Verklaard niet geassisteert te hebben bij den diefstal gebeurt tot Wurm.
  Heungen bij Millen
Art. 6
Verklaard den gedetineerde geassissteert te hebben bij den diefstal begaan tot Heugen bij Millen. Waar mede present en handdadig zijn geweest alle de persoonen in de voorige twee diefstallen genomineert, uijtgenomen Willem Hertog, en meer andere die hij met name niet gekend heeft.
Van welke diefstal hij het eerste is geadverteeert geworden door den vilder. En zig aan desselfs vilders huijs versamelt hebbende gegaan zijn op Weert aan naar voors. plaatse toe, alwaar op weg zig nog bij hun vervoegde versccheijde vremde persoonen waar van hij segt geene gekend te hebben. zijnde hij gedetineerde bij die gelegenheijd gewapent geweest met eenen kluppel of stok en de andere overige met stokken en schietgeweer.
En daar komende hij gedetineerde twee scheut wegs van het huijs af wierde op schiltwagt geset door Nicolaes Hersler, dienvolgens geene nauwkeurige omstandigheeden hoe dezelve in huijs geraakt zijnde, weet te detailleeren. Dog hem bewust te zijn dat alles wat zij gauwdieven in huijs gevonden gestolen en weggedragen hebben, van welke gestolen goederen een gedeelte naar Overhoven gebrogt is sonder dat hij gedetinerde weet te seggen door wie, en naar verblijf van een geruijmen tijd zijn weggegaan.
Van welke diefstal den gedetineerde voor zijn  aandeel uijt handen van den vilder s'daags daar naar ontfangen heeft vier den halve schelling.
En vermits den overkomende middag is met verdere ondervraginge gesurcheert geworden tot naar de middag en heeft den gedetineerde naar duijdelijke voorlezinge daar bij blijven persisteeren en desen getekent
Frans Boumans

Nobis presentibus
J.Theod.vCraen
G. Swildens
J.L. Wintgens
S.G.Pelt



Continuatie Eodem

post meridiam
Is wederom gesisteert den voors. gedetineerde Frans Boumans en naar aanmaninge voor de waarheijd gestand te doen heeft verklaard
Art. 7
Niet gecoopereert te hebben aan de diefstal begaan bij Matt. Benders op Robroek aan de Heerler Heijde
Art. 8
Zegt ins gelijken niet geassisteert te hebben aan den diefstal begaan op den Esschen
Art. 9, 10, 11 en 12
Verklaard bij geenen van de diefstalen daar bij uijtgedrukt handdadig of present te zijn geweest
Art. 13
Exped. se præc.
Art. 14
Verklaard geenen Eed te hebben uijtgesworen
Art. 15
Verklaard van den brand tot Valkenborg niets te weten. Seggende toens gewerkt te hebben aan eenen bakoven van den Heere van ter Worm in het Dauvenrade
Art. 16
Verklaard den gedetineerde nog pligtig ende handdadig te zijn aan sekeren diefstal begaan ontrent 4 à 5 jaren geleden aan de oversijde van de Maze op eene plaatze en bij jemand aan hem gedetineerde onbekend, zirka vier à vijf uuren van Heerlen gelegen. Waarbij geassisteert hebben Matt van den Berg, der vilder Nicolaes, Lintje Speerts, Manus Sengen, Thijske Sengen, de Kreijt, Helmus Cordewener, Bernard Kempener, Joh. Benders, Dirk Roosboom, Steijn Hens, 't Rood Henske, Houben Hens, Horrebedor, Swart Peterken en zijn broer Casper de bode, 't Meijerke en meer andere die hij gedetineerde verklaart net gekend te hebben.
Van welken diefstal hij gedetineerde de eerste kennisse van den vilder Nicolaas gekregen hebbende. Zig versamelt hebben des nagts ten huijse van den vilder en als doen daar vandaan over Sitter en Limbereg naar de voorn. plaatze zijn gegaan, naar dat zig alvoorens bij hun vervoegt hadde ontrent Amstenrade verscheijde vreemde complicen aan hem gedetineerde bij name onbekend. Bij welke gelegentheijd den gedetineerde gewapent was met een stok en d'andere met stokken en schietgeweer.
Sonder dat hij gedetineerde eenige omstandigheijd segt te weten van de inbraak alsoo ruijm twee kogel scheuten ver van het huijs af op schiltwagt geset is geworden door den vilder Jacob Ritzen en Bernardjen. Edog te weten dat zij alles wat vinden en wegdragen konde genomen ende gestolen hebben, waar van hij gedetineerde verscheijde pakken gesien heeft, niet wetende waar dezelve gebleven zijn. En na verblijf van eenen geruijmen tijd het huijs verlatende ieder den weg naar huijs genomen hebben.
Uijt welken diefstal hij gedetineerde s'daags naar gecommitteerden diefstal uijt handen van de vilder ontfangen heeft vier den halven schelling.

Verders verklaarde den gedetineerde ontrent vijf à ses jaren geleden op den markt tot Heerle twee heepen [hakmessen] en een kleijn zaegske mitsgaeders twee strippen, een op den Oversten Hof en d'ander van zijn nabuers gestolen te hebben, als meede twee hoenderen en een gans mede door hem gestolen.
Verders verklarende bij geenen diefstallen hoe dan ook genaamt meer pligtig te zijn.
En heeft naar duijdelijke voorlezinge hier bij blijven persisteren ten eijnde dezen getekent.
Frans Boumans

Nobis presentibus
G. Swildens
J.L. Wintgens
L.G.Pelt
J.B.VCotzhuijsen


Recollectie gehouden binnen
Valkenborg op den Landshuijs
 Ter instantie van
Den WelEedelen Gestrengen
Heer en Mr. J.G. Farjon Lt.-
Drossard deeses Lands
 gedaan door
Frans Boumans gedetineerde
op gemelte landshuijse

Woensdag den 1 Julij 1773

Is wederomme extra locum torturæ en semoto omni terrore gesistert den voormelden gedetineerde Frans Boumans.
Den welken sijne depositiens bij scherper examen gedaan voorgeleesen sijnde, heeft denselven buijten pijn en banden verklaart, daarbij in allen deelen te blijven persisteeren sonder daar iets het minste bij of van gedaan te willen hebben, ten fine deese geteekent.
Frans Boumans

Nobis presentibus
L.G.Pelt
J.B.VCotzhuijsen
G. Swildens
J.Theod.v.Craen


© Maaike van Eekelen

bovenzijde






































INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER