DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


Entree • Documenten • Processtukken • Getuigenverklaringen

PROCESSTUKKEN

Verhoor van getuigen tegen Nicolaas Creuwen • vragen • antwoorden
Rijckheyt Heerlen • Schepenbank Heerlen 1168a

© Maaike van
                Eekelen



© Maaike van
                Eekelen



Interrogatorien voor
Den WelEd. Gestrengen heer en mr.
J.G. Farjon Lt. Hoogdrossard
deeses lands nom. off. Informant


UWE Eerentfeste worden gebeden de in de margine genomineerde persoonen onder solemneelen Eede te verhooren, en derselver responsiven in geschrifte te redigeren quo facto aan den heer Informant copije omme etc.

Joannes Sampson,
Hans Linnert Cuijpers

.....1
Of de beijde deponenten den 8 deeses niet sijn in de vroegmisse geweest tot Heerlen
.....2
Of den eersten deponent niet gesien heeft, dat Nicolaes Creuen aan den tweeden deponent uijt den sack genoomen en gestoolen heeft eenen neusdoek
.....3
Of denselven deponent hem Cuijpers sulckx niet gewaarschouwt en gesegt heeft
.....4
Wanneer den tweeden deponent Nicolaes Creuen vervolgt en den sackdoek beneffens nog eenen anderen doek verborgen onder sijne armen uijtgehaalt heeft
.....5
T'Welck door den eersten deponent is gesien geworden. En wat voor excuse daar ontrent maakte
.....6
Wat aan den deponenten dien aangaande verders kennelijck en bewust is
.....7
So als ook pertinente redenen van wetenschappe hiervan te geven

Cetera suppleat Domini A.A. industria in en op alles etc.



Implorerende J.A. Pelt


.....................................................
 Coram de Schepenen Swildens,
 Pelt, VCotzhuijsen, Wintgens
 en Nijssen



Conden verhoort
.....Ter instantie van
Den welEedelen gestrengen
Heer en Mr. J.G. Farjon
Lt. Drossard deeses lands
nomine officii informant


Woensdag den 18 november 1772

–– Is gecompareert Joannes Sampson woonende als knegt op den Hof Ter Worm behoorlijk gedaagd, geEed en gevraagt over de articulen op heeden sijdens den heer informant geλxhibeert

–– Verclaard Art. 1. dat hij met Hans Linnert Cuijpers den 8 deeses in de vroeg misse geweest te sijn

–– Art. 2. verclaart gesien te hebben dat Nicolaes Creuwen uijt den sack van Hans Linnert Cuijpers genoomen en gestoolen heeft eenen neusdoeck

–– Art. 3. verclaart dat hij  deponent sulx aan Cuijpers gewaarschuuwt en gesegt heeft

–– Art. 4. verclaart gesien te hebben, dat Nicolaes Creuwen vervolgt wierde door Hans Linnert Cuijpers en dat den selven hem Creuwen den neusdoek met nog eenen anderen verborgen onder sijne armen uijthaalde

–– Art. 5. verklaart sulx gesien te hebben, dog dat Nicolaes Creuwen seijde hij betigte hm ten onregten

–– Art. 6. verclaart verders niet hiervan te weeten

–– Art. 7. verclaart voor Reedenen van weetenschappe te geeven, dat hij misschien niet daar op soude gereflecteert hebben, als hij niet gevoelt hadde dat de voornoemde Creuwen hem met sijne hand langs sijn lijf tastede, en eerst meende in sijn deponents sack te koomen. Dog dat hij sijne kleederen bij sig hield en alstoen sag dat Nicolaas Creuwen den neusdoek uijt Cuijpers sack keeg.

En heeft naar duijdelijke voorleesinge hierbij blijven persisteeren, naar alvoorens gepresteert te hebben den behoorlijken Eed aan handen van den Schepen Swildens ten fine deese vermits schrijvens onervaeren gehandmerkt
(was geteekent)
Dit is het hand + merk van Joannes Sampson schrijvens onervaeren

•••

–– Verders is gecompareert Hans Linnert Cuijpers, behoorlijk gedaagd, geEed en gevraagt over voornoemde articulen heeft verclaart

–– Art. 1. Dat hij deponent en Joannes Sampson den 8 deeses geweest sijn in de vroegmisse alhier te Heerlen

–– Art. 2. verclaart, dat Joannes Sampson hem deponent heeft gewaarschuuwt dat Nicolaes Creuwen hem deponent den neusdoek uijt den sack genoomen hadde

––Art. 3. refereert sig tot den voorigen

–– Art. 4. verklaart dat hij deponent hem Creuwen den neusdoek, die hij hem ontnoomen hadde, hadde uijtgehaalt dog geenen anderen

–– Art. 5. verklaart dat Joannes Sampson sulx gesien heeft en dat Nicolaes Creuwen selfs onder vloeken negeerde den neusdoek te hebben tot dat hij deponent denselven uijthaalden

–– Art. 6. verklaart hiervan niets meer te weeten

–– Art. 7.verklaart voor reedenen van wetenschappe te geeeven, dat hem Sampson gewarschuwt en dat hij met sijn eijgene handen den neusdoek onder de armen van Nicolaes Creuwen heeft uijtgehaalt.

En heeft naar duijdelijke voorleesinge hierbij blijven persisteeren, naar alvoorens gepresteert te hebben den behoorlijken Eed aan handen van den Schepen Swildens ten fine deese geteekent
(was geteekent)
J.L. Cuijpers
(onderstond)
Quod attestamur
(was geteekent)
J.B. VCotzhuijsen, J.L. Wintgens


 Coll. et auth. in Heerlen
 den 19 Novembris 1772

Per Copiam
J.B. VCotzhuijsen
Subst. secretaris











Naar boven


Email




































INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER