DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS



PROCESSTUKKEN

EntreeDocumentenProcesstukkenCorpus Delicti

Corpus delicti van de diefstal in Heugen bij Millen circa 1761
•••   BHIC Raad van Brabant 447.0268 •••








































































































































































































































Corpus Delicti
wegens den Diefstal gebeurd
tot Heugen bij Millen



Sabathi d. 15 septemb. 1770


––Present
De Heren \Laurenij en bijde de Scheepen Gerard Mevissen en Philip Ohlenforst




Ter Requisitie van den Heer Drossaard en Scheepen der Banke van Bronssem betreffende het Corpus Delicti en daarbij gehouden Protocol over eene inbraak welke te Hoengen zoude geschied zijn, heeft men onder de hand alle moogelijke navraage nagedaan, en eijndelijk ontdekt dat er te Hoengen voornoemd bij eenen zekeren Herman Bosselers  eene geweldadige diefstal zoude gepleegd zijn. Daarvan echter in registratura geen aantekening geschied zijnde, alzo het factum niet is aangegeven geworden, heeft men de Dogter van Herman Bosselers laten afvraagen, en prævia diligenti avisatione de periurio ejusque gravi reatu den eed van tuijgen laten afleggen, waarop dezelve ad Articulos geantwoord heeft als volgt:

1. Hoe haar naam is?



Anna Gertrud Bosselers


2. Hoe oud?


omtrent 34 jaar


3. van welke staat en Religie?


getrouwd met Matthis Jutten Schuster, van Roomsche Religie


Art. Specialis 1.

Of bij haar getuijges vader ooijt een Diefstal gepleegd is?

Resp. adfirmative

2.
Hoe lange zulks wel geleden is?

omtrent 12. jaar

3.
Wat en hoeveel hem wel afgestoolen is?

Zulks wiste getuijge niet, vermits zij toen ter tijd als Meid buijten huijs hadde gediend
[4]
Of zij niet de waardij van den Diefstal wiste?

Neen
8.
Of zij niemand verdagt hield?

Neen
5.
Of niet van haar vader gehoord had, hoe hoog de schaade geschat wierd?

Neen
6.
Of, en welk geweld er bij het plegen van deze Diefstal is geschied?

Zij schattede die ten minsten op 150. Rijksdaalders en zoude althans het gestoolene daar voor niet verkogt hebben.
7.
Of zij niet weet, of er ook anderen van deeze Diefstal kennis hebben?

Haare zuster Anna Catharina Bosselers wonende te Buchten zoude daarvan de beste kennis hebben, terwijl die toen ter tijd was in huijs geweest.


(onderstondt) in fidem Protocolli
(was getekend) A.J. Breitkopff, judicii scriba










Protocollum Liquidationis
van een diefstal tot Hoengen
in den Ampte van Millen
voor eenige jaaren cum
effractione geschied



Veneris d. 2. Julij 1773.



Present
Zijn Keurvorstelijke Doorlugtigheijds den Heer Raad en Referendarius Laurenij en beijde de Scheepen Helgers en Lutscher.

Is na Dagvaardinge gecompareert Anna Catharina Bosselers, huijsvrouw van Johannis Beckers, woonende in den Dorpe Buchten, dewelke na haar den Mein-Eed en derzelver zwaare straffe voorgehouden te hebben, den Eed van tuijgen heeft afgelegt, en op de voorgestelde vraagen en Articulen heeft geantwoord, als volgd:

Ad Interrogatoria generalia

Int.1.

Hoe haar naam is?

Resp.
Anna Catharina Bosselers


2.

Hoe oud zij is?


omtrent 40.jaar


3.

van wat voor staat en Religie dat zij is?



Van de Roomsche Religie en met Joannis Beckers getrouwd.


Ad articulos

art.1.
Of bij haar getuiges vader ooijt een diefstal begaan is?

Zij zegt ja!

 
Hoe lang dat zulks omtrent geleden is?

getuijge zegt, zig zulks niet wel te erinneren, maar na haar gedagten, omtrent twaalf of dertien jaar.

Wat, en hoe veel haar vader bij die diefstal wel is ontnomen?

1° Een bed met laakens, kussens en Deeken

2° een zak met ganse veeren, maar weet niet, hoe veel pond daarin geweest is.
3° Alle de kleederen van haare twee broeders, zoo omtrent agt en tien jaar respect. oud.
4° gebleekt doek,
dog hoe veel ellen weet getuige niet
5° nog eenig ander linnen bestaande in vuijle mans en vrouwe hembden, dog hoe veel weet getuijge ook niet.

Art.4.

Of ook de waardij van het gestoolene weet?


Zegt neen, en zulks ook niet omtrent te kunnen bepaalen

5.

Of niet van haar vader gehoord heeft, hoe hoog die de schaade schattede?


Zegt neen.

6.

Of, en welk geweld er bij deze diefstal is gepleegd


Zij hadden drie gaten boven in de leemen muur, en een houten venster open gebrooken, dan alzoo de muur te veel met dwars latten (of balken) was verzien en het venster te klijn hebben zij daar niet door kunnen komen, en daarom het vierde grootste gat onder aan de grond bij het bed gebrooken, waardoor zij zijn ingekomen en de gestoolene goederen doorgestooken, ook was er eenig bloed aan een van die kleijne gaten bespeurd.

7.

Of zij niet weet, of er ook anderen van deeze diefstal kennis hebben?


Johannes Craenen
is na gedane diefstal in het huijs gekomen, maar wat menschen er meer van weten mogten, dat weet getuijge zig niet te einneren.

Instantia 1ma

Van wat voor zijde de huijsbraak geschied is?


Van de zijde van Carlen Hamers misthoop.

Instantia 2da

Of in de nagt, als de huijsbraak geschied is, geen geestelijke in haar huijs hadde gelogeerd?

Zegt, dit wist zij zig niet te erinneren.


(onderstond)
Praelectis et approbatis Depositionibus
et silentio imposito dimissa
(lager stond) in fidem Protocolli
(was getekend) J.P.M. Helgers, Secret.






Naar boven


EMAIL

































INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER