DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS



PROCESSTUKKEN

EntreeDocumentenProcesstukkenCorpus Delicti

Corpus delicti van een moord te Würselen 3 maart 1767
•••     BHIC Raad van Brabant 447.0268     •••










































































































--










































































































Maria Mommertz, huijsvrouw
van Johan Mommertz
       Schouwceele




Veneris 13.Maart 1767


Coram de Heer Stadhouder van Wijlre en verder de Heren Schepen van Mors en van van Lommerssen.




Op aangeeven dat er te Würselen zoude zijn ingebrooken, verschijde zaaken gestoolen, en de vrouw van Johan Mommertz vermoord geworden, zo hebben aanstonds welgemelde Heren zig na Würselen begeven, en met den gezwooren Chirurgijn Malherbe en Chirurgijn Greppen hetzelfde geschouwd. En bevonden dat gemelde vrouw boven het linker oog een wonde had van omtrent een vinger lang, het welk een opening in de hersens pan veroorzaakte, welke egter niet penetrant geweest was, maar dat er bloed was uijt de mond gekomen, zo als zig ook nog bij de beschouwing vertoonde, waaraan men bemerkte, dat die vrouw moeste gewurgd zijn. Terwijl men aan de keel een sterke drukking ...








Verklaaringen van Maria

Wahlen Huijsvrouwe van
Hendrik Noppeneij, en
Hendrik Heeker, alsmede
Johan Mommertz,
aangaande de moord
van Maria Mommertz
te Würselen



Veneris d 13e Maart 1767



Præsentibus D'Here Stadhouder van Wijlre en verder de Heren Schepenen van Mors en van Lomessen





Compareerde Citata Maria Wahlen, Huijsvrouw van Hendrik Noppeneij te Würselen wonende, een Naaldemaaker, Catholijk, even 35 jaar oud, dewelke, avisata et jurata op de vraagen aan haar gedaan op volgende wijze geantwoord heeft.


Gevraagd,

Wat zij van de moord wist welke gedaan was aan de huijsvrouw Leuchter?


Omtrent zeven uur had zekere Offermans aan de deur van de nu doode aangeklopt, maar hem niemand open doende waren zij gekoemen aan het huijs van haar getuijge, zeggende "Mijne Lieve Maria! Ik zou hier niet komen, maar ik heb aangeklopt zonder antwoord te krijgen, zo als van het kind kan vernomen worden." Waarop zij antwoorde: "Blijft gij dan hier staan, ik zal tot uwe zuster gaan, en haar zelfs roepen" en terwijl zij met haar terug ging, hebben zij eene met ... toe gemaakt vengster open gezien, waarop zij bijden zeer ontstelden, egter gewaagd hadden in bijzijn van eene bij haar gekomen zijnde Smit met naame Hendrik Heeker in het huijs te klimmen. Zij hadden de achterste keuken deur open gevonden, en terwijl zij het kind, het welk op bed lag bij haar wilde haalen, was zij getuijge over het doode lighaam het welk lang op de grond in de keuken legde, gevallen, roepende: "O Jesus! waarover val ik hier, dat moet wel Maria zijn?" Waarop zij de deur en vengster hebben opengedaan, en bevonden dat het waarlijk Maria was, die daar gewond ter aarden dood lag, zo als zij haar ook lieten leggen. Het spinrad had voor haare voeten gestaan en in stukken geweest. Warop het kind buijten het bed staande over de vrouwe kussende is gevallen, en naakend uijt het huijs gelopen. En als zij naderhand het kind gevraagd hebbend, of het niet wist wie er in huijs geweest was, en op wat manier die moord geschied was, heeft het geantwoord van niets te weeten.

Praelectis persistit et signavit
    Hand + merk van vrouw Noppeneij


Eodem et coram iisdem Dominis




Compareerde behoorlijk gedagvaart zijnde Hendrik Heeter van Würselen even 31 jaar oud, Catholijk, Smit van zijn ambagt, dewelke avisatus et juratus op de vraagen aan hem gedaan op volgende wijze heeft geantwoord
:


Wat hem bekend was van het ongeluk Vrouw Leuchter overkomen?


Hij was in het Huijs gegaan met de zuster van de overledene, en aldaar een vengster dat niet toegemaakt was geweest, open gebrooken gezien, waarop zij onder malkander gezegt hadden, 'hier moet het regt toegegaan zijn', en zij nader gekomen zijnde is eerst vrouw Noppeneij ingeklommen, waarna ook getuijge met haare zuster. Maar terwijl getuijge in huijs alles zo donker vond, dorste hij niet daar blijven, maar kroop weder het venster uijt, waarop egter vrouw Noppeneij hem overreedt heeft weder te rug te keeren, om te zien, hoe alles was toegegaan, hetwelk dan hij getuijge gedaan heeft, en de agter deur van de keuken open gevonden. En het vuur voorbij gaande Vrouw Noppeneij hooren schreuwen, Ö Jesus? hier val ik over Maria. Zij is dood!"

Getuijge was hierop tot de huijsdeur gegaan, en deze benevens de vengsters open gedaan, en Maria dood in haare kleederen, dog zonder kousen, gelijk zij ook nog dadelijk was bij de ingenoomene schouwing, ter aarde vinden leggen.
Waarna een kind van omtrent vijf jaaren, het welk nog te bed legde, is opgestaan, en op het doode lighaam gevallen, en kussende gezegd, "O mijn Lieve Mem! waar krijg ik weer een nieuwe Mem!" en vervolgens nakend het huijs uijtgeloopen. Hij had 3 à 4 stoelen voor de huijsdeur staande, als ook een kist open, welke hij dikwijls gezien had, geene kleederen, dan een oud ... en een korfje gevonden. Het spinrad had voor het vuur gestaan, zo dat hij getuijge giste, dat zij ten tijde van de begaane moord moeste gesponnen hebben. De kop had een wijnig van haare hand weg onder de kist gelegen, en ... in stukken geweest.
Prælectis persistit et signavit Hendrik Heeker


Sabbathi d. 14 Maart 1767.

Coram iisdem Domini





Compareerde na gedane dagvaardinge Johan Mommertz van Würselen, de man van die ongelukkige vrouw, koperslager van zijn ambagt, welke avisatus en juratus geantwoord heeft, zo als volgd:


Wat hem bij de op gisteren gedaane inbraak en moord van zijn vrouwe is ontvreemd geworden?

Hij gaf over een specifique opgave van getuijgen onder schreeven, bij welke hij na dat hem dezelve nog duijdelijk was voorgelezen bij N° 5 nog voegde, dat zijne ontstoolene halsdoeken bestonden in een heele en een halve, en twee witte neeteldoeksche halsdoeken.

Ad N.12. Omtrent ses hembden, maar dat hem geen laaken ontstoolen was.

Hoe veel hij de ontstoolene goederen waardig agtede?

Omtrent 100 Rijksdaalder schattede hij die waardig.


(Onderstond)
Prælectis persistit et signavit
(was getekend)
hand  + merk van Johan Mommertz
betuijgende niet te kunnen schrijven






Naar boven


EMAIL

































INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER