DOCUMENTEN BOKKENRIJDERS


GERECHTSKOSTEN

EntreeDocumentenGerechtskostenStat.Gen. & kosten


Advies van de Advocaat Fiscaal van de Raad van Brabant 4 nov. 1774 (gedeeltelijk)
inzake een brief  van W.D. Vignon, Luijtenant-Drossaard van het Land van Valkenburg.
BHIC 's-Hertogenbosch — Raad van Brabant 459

 

 


... heeft de Advocaat Fiscaal  geconsidereert, dat daarbij, om redenen in het zelve ter nedergesteld, aan Haar Hoog Mogende in de eerste Plaats in Consideratie word gegeven, off Haar Hoog Mogende in het geval, bij die Requeste vermeld,
niet zoude kunnen goedvinden een Generale Amnestie te laten uitgaan, voor die geene der berugte (door gemelde Luijtenant Drossaard in het begin zijner Requeste genoemt) God vergeetene Booswigten en Knevelaars, dewelke zig aan het Geregte, waaronder zij gehoren, zoude komen aangeven ...


En dan in de tweede plaats, dat zo ter contrarie het aan Haar Hoog Mogende zoude behagen, de ordinaire manier van Procederen bij continuatie zullende opgevolgt werden, tot voorkominge van veele nieuwe Kwaaddoeners, Vrouw en Kinderen naar eenige Vreemde Coloniën te verzenden.
...

Want, wanneer zij iemand tot hunne Bende hadden aangenomen, wierd aan denselven voorgelesen een geschrift, vervattende hunnen Eed off gelofte, die hij doen moest, hier inne bestaande:

Gij beloofd, dat gij God, Maria en alle Heijligen afsweert, en den Duijvel toesweert.
Dat gij niemand van de Bende zult verraden, en indien gij in Regtershanden mogt geraken, dat gij alsdan liever alle Pijn en Tormenten zult uitstaan, dan iets van de Bende, off van het Complot verraden, zelfs de Tormenten uitstaan tot het eijnde van Uw Leven, en zoo gij in off door de Pijn iets mogt geopenbaart hebben, dat gij bij het aanzeggen van den Dood, off op de Executie plaatse het bekende zult herroepen.
Dat gij op Commando van Onze Overheid, en wanneer gij daar toe geroepen sult zijn, Steelen en Roven, en alles doen in des Duijvels naam.

Dit door den aangeworven aangenomen de laatste periode met helder Stemme, en door veele, met opstekinge der twee voorste vingeren van de Regterhand, wierd aan hem overgegeven een houte Cruxifix, op welke den Aangeworven moest Spugen, het Crucifix op de Aarde werpen, en met voete trappen.
Dit gedaan zijnde, wierd aan den Recruut een glas Brandewijn, off een Stukje Rond Brood gegeven, hetwelk hij gebruijkte in S'Duijvelsnaam.
Waar na hij ontfing zijn bedonge handgeld, en zijn Naam opgeschreven wierd, dewelke aan Een der Onderofficieren wierd bezorgt, die het zelve in een Boek schreeff, en daarvan kennis gaff aan den Chirurgijn Kerkhoff, welke in het Land van S'Hertogenrade, met de Dood is gestreft, in het begin dat dese Bende is ontdekt geworden, en waar ontrent men daar na heeft ontdekt, dat hij Een der Opperhoofden geweest is.

Wanneer men hierbij in agt neemt, dat alle die tot die Bende zijn aangenomen, de Roomsche Religie zijn toegedaan, dat men het gunt, waaraan de Roomschen gewoon zijn, na de Principes dier Religie, alle Eerbied te bewijzen, heeft overgehaalt, om dat met de uitterste veragtinge te behandelen, zoo als uit het evengemelde bespugen en vertrappen van het Crucifix is aff te nemen.
Waar bij men nog kan voegen, dat zij zelfs uit een der Kerken welke zij beroofd hebben, mede hebben genomen een Monstrantie, en het daar in bewaart werdende Ouwel, aan een Boom hebben vastgemaakt, daar na, even als na het Wit, met hunne Pistolen hebben geschoten, tot dat het was verbrijzelt.
Dat bij die zelve gelegentheid, de vrouw van gemelde Kerkhoff, die bij het plegen van de voornaamste Euveldaden tegenswoordig geweest is, en een gedeelte der Bende Commandeerde, onder de Naam van de Swarte Hoesaar op het voorsz. Monstrantie, waar voor de Roomschen anders, gelijk bekent is, zo veel eerbied hebben, haar water heeft gemaakt.

En dat verscheide vaders hare Zonen tot het stelen gedwongen en eijndelijk mede Leden van dese Bende gemaakt hebben.
Dan kan men ligt beseffen van welke Inborst dit Volk is, en dat men geen de minste Verwagtinge hebben kan, dat het middel van Gratie, haar zal brengen tot een beter Leven te lijden, off om, uit Eijge beweging, off door geld en andere belofte, aan de Justitie te ontdekken hunne Opperhoofden.
Maar dat ter contrarie te voorsien is, dat zij niet zullen ophouden, hunne Bende op nieuws te versterken.

Gaat men verder na, welke soorten van misdaden door hun, derselver aangezigten zwart gemaakt zijnde, zijn gepleegt, voor zo verre daar van consteert uit de preuves der Corpora Delictorum, en hunne Confessiën, het zijn geweest (volgens het gunt aan het Officie Fiscaal is gerapporteert):
vrouwekragt, aan verscheide vrouwen bedreven, en zelfs Een in bijwesen van den man, die zij te gelijk deerlijk mishandelt, en gedrijgt hebben in gloeijende olij te zullen braden.
Brandstigtingen
Moorden, zelfs aan Een van hunne Priesters, een oud ziekelijk man, gepleegt
Kerkrooff
Huijsbraak, met geweld, bindinge, en Tormentering
...

En ofschoon de Advocaat Fiscaal vermeent, dat dese Generale Reflectiën genoegzaam zijn, om UEdele Mogende te overtuijgen, dat hij Advocaat Fiscaal, amptshalven zig verpligt oordeelt, om te adviseren tegens het verlenen van alle soorten van Gratie aan gemelde Booswigten ...

En, voor zo verre als hij daar bij voegt, dat bij vervolg de Remedie der bestraffinge, nadeliger zal worden als het quaad zelfs, om dat die Crimineele arm volk zijnde, meest getrouwd, Vrouw en Kinderen nalatende, Bedelaars, Landlopers en Vagabonden moeten worden, uit welke binnen korte Jaren, een nog groter Bende zoude zijn te verwagten, indien men voortging met meerder Executiën te doen

... Want hoe kan in dat Land eenige Order, Politie, off Opzigt wesen, so lange de Hoofd-Drossaard zijn ampt ten duurste, voor een zekere Somme verpagt, en niet omziet off zijn Substitut na behoren vigileert.
Zoo lange gemeld Drossaard geen Eene Dienaar der Justitie houd, maar zig contenteert met den Ontfangst van een Jaarlijkse vaste Pagtpenning, latende alle Kosten voor Rekening van zijn Substitut.
Zoo lang de Substitut Voogd, en den Luijtenant Drossaard, wonen binnen de muuren van Maastrcht, en zelden, Ja somwijlen in een Reeks van Jaren in het Land niet zijn gesien, als op tijden dat 'er geen gelegentheid is op Zaken, de Justitie en Politie concernerende, ondersoek te doen.
Waar van egter niet zo zeer deese onlangs aangestelde Luijtenant Drossaard tegenswoordig is te beschuldigen, welke zekerlijk, meerder dan zijn Prædecesseur, in het Land gaat.

Hoe kan men daar te Lande, een goed opzigt, en een onderhoudinge der Wetten wagten, daar op de meeste plaatsen een Enkelde Schepen maar is woonagtig in Loco,en op sommige plaatsen geen Enkele Schepen.
Daar geen Een Secretaris in Loco resideert, en in de Bank van Heerle alleen een Substitut Secretaris.
Daar alle de andere Schepenen en Secretarissen binnen Maastricht, off andere plaatsen hunne Domicilium houden.
...

En ofschoon door dese Executiën verscheijde Vrouwen en kinderen in het voorsz. Land genoodsaakt werden, door gebrek van Werk, zig op te houden met hun Kost te bedelen.
En dat sulks zekerlijk moet strekken tot een groot beswaar voor de Onschuldige gegoede Ingesetenen deser Landen, zoo is dien Last niet te vergelijken met de Gevaren, waarvan zij blijven blootgesteld, wanneer een zodanige Bende blijft Subsisteren Vrij en Ongestraft.

En bij aldien de Luijtenant Drossaard en die der Geregten nakomen de Placaten tegens de vreemde Bedelaars en Vagabonden, die in groot getal zig in die Landen ophouden, zoo zullen Ingezetenen daar door meerder ontlast worden, als het Onderhoud van gem. Weduwen en Kinderen deselve sal beswaren.

Van veel minder gewigt is de volgende Politique Consideratie van voornoemde Luijtenant Drossaard bij zijn Request gemaakt, hier in bestaande: dat het Land, door de menigvuldige Executiën merkelijk zal gedepeupleert worden.
Want het is aan den Advocaat Fiscaal gebleken, wanneer hij daar te Landen geweest is, dat het zelve Land zeer is bevolkt, en meerder dan nootsakelijk is, om het zelve te bebouwen, zoo dat zelfs veele aan de Kost niet kunnen geraken.
Hebbende de Advocaat Fiscaal ook ontfangen Informatiën, volgens dewelke men het getal der Mannen, Vrouwen, Kinderen, Knegts en Meijden daar berekent, te weten in
de Bank Heerle op . . . .    10.000. menschen
de Bank Climmen, met
derselver onderbanken op   15.000  —————
de Bank Meerssen, met
derselver Onderbanken,
en de vijf daar aan
gehorende Heerlijkheden,
als Geul, Bunde, Ulestra-
ten, Haren en Mersen-
hoven, op . . . . . . . .         15.000  —————
de Bank Beek op . . . . . .    6.000  —————
de Bank Houten op . . . . .      800  —————
de Stad Valkenburg . . . .        400  —————
En dat de Elf Banken
van St. Servaas daar
bij gevoegt, en berekent
de Een door de andere
op 700 menschen,
nog een getal uit-
maakt van . . . . . . . . .        7.700  —————
--------------———————————————
En also te samen
het Land van
Valkenburg  . . . . . . . . . .  47.200. menschen

Zoo die Calculatie nu maar voor de helft zeker en vast is, dan kan zelfs het getal der geëxecuteerdens, Fugitiven en nog bekende Complicen deser Bende, het voorsz. Land niet zodanig Depeupleren, dat zulks wesentlijk nadeel, in vergelijking van het Eminente gevaar, waar aan dit Land door dese Bende, bij Continuatie is blottgesteld, kan toebrengen.
Boven en behalven, dat het beter is, wijnig Eerlijke getrouwe Inwoonders en Onderdanen te hebben dan een grote menigte die gauwdieven zijn ... ...

Joh. Fred. Van Steelant
   S'Gravenhage,
    den 4. Nov.1774


Naar boven


Email






INHOUD

Afstammelingen van Bokkenrijders

ENTREE

Verzameld door John van Eekelen
Tekeningen © Maaike van Eekelen

REGISTER